LVB werkboek
Mijn emoties
Emoties hebben invloed op gedrag. Door erover te praten hoe jij je voelt in situaties, krijg je meer controle over je emoties en je gedrag.
Herkennen van emoties
Mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben moeite met het herkennen van de diverse emoties. Dit geldt vooral voor wat meer gecompliceerde emoties als gekwetst of verbaast zijn. Zij kunnen ook moeilijk inschatten waarom zij een bepaalde emotie voelen en daarbij komt nog dat er vaak problemen zijn met het verbaal uiten van emoties.
Emotionele signalen welke zij van andere personen opvangen kunnen daarom verkeerd worden geïnterpreteerd, wat mogelijk weer negatieve emoties bij henzelf veroorzaakt. Het ontbreken van een goede controle over en regulatie van de eigen emoties kan leiden tot impulsief en zelfs agressief gedrag. Bewust werken met emoties helpt de emoties te herkennen en beter te reguleren.
Communiceren met emoties
Emoties hebben een grote invloed op ons leven. Zij hebben ook, vaak onbewust, grote invloed op de beslissingen die we nemen. Als je boos bent neem je toch vaak andere beslissingen als wanneer je goed gehumeurd bent.
De emoties van de een roepen emoties bij ander op. Tussen twee personen is er constant een non verbale communicatie van vaak onbewuste emotionele signalen. Daar moet de begeleider van personen met met een licht verstandelijke beperking bewust rekening mee (leren) houden. De eigen emoties beïnvloeden namelijk hoe de cliënt benaderd wordt.
Emotie, hoe voelt dat?
Praten over gevoelens en emoties is voor velen niet makkelijk, maar indien er voldoende vertrouwen aanwezig is, kunnen begeleider en cliënt praten over dit thema. Zo kan er begonnen worden met een kleine “inventarisatie”, waarbij men aangeeft in welke situaties men zich bijvoorbeeld gespannen, blij of verdrietig voelt en hoe dat voelt.
Tijdens de gesprekken wordt getracht meer diepgang te bereiken en de cliënt bewust te maken van de verschillende nuances in hun gevoelens en de verschillende emotionele signalen die zij hierbij zelf uitzenden. Bijvoorbeeld als men geïrriteerd is wordt men ongeduldig, maar als men werkelijk boos begint te worden begint men luider te praten.
Het werkboek Mijn emoties is een goede hulp bij het voeren van gesprekken met mensen met LVB over emoties en gevoelens. Wanneer mensen met LVB te leren hun gevoelens beter herkennen en begrijpen, leert men tevens om beter met de emoties om te gaan. De begeleider kan de resultaten van een dergelijke oefening gebruiken om de persoon beter te leren “lezen”, zodat voorkomen kan worden dat gespannen situaties mogelijk uit de hand lopen.
Emotie en reactie
Als begeleider is het niet alleen belangrijk om tijdig de emoties van de cliënt te herkennen, maar ook tegelijkertijd om zich bewust te zijn van de eigen emoties op dat moment. Indien een cliënt bijvoorbeeld luider begint te praten, kan het zijn dat de begeleider zich ook gespannen voelt omdat er mogelijk een heftige reactie verwacht wordt. Als de begeleider echter bewust met zijn gevoel omgaat, zal men meer openstaan voor wat er gaande is en waarschijnlijk rustiger en beter reageren.
Werkboek: Mijn emoties
Binnen de begeleidingsrelatie is het belangrijk dat de begeleider bewust omgaat met de eigen emotie en de emoties van de cliënt. Bewust en onbewust geven zij elkaar emotionele signalen. Het is bekend dat mensen deze signalen interpreteren vanuit hun eigen cognitie en stemming. Zo ook begeleiders.. Door zoveel mogelijk bewust te zijn van de gevoelens van de cliënt en het ontstaan van die gevoelens, optimaliseren we de kwaliteit van bejegening, waardoor de cliënt zuivere signalen terugkrijgt van de begeleider.
Om bij een cliënt, waarbij soms sprake is van controleverlies, goed in te kunnen schatten hoe het gaat en hoe we hem of haar goed kunnen begeleiden, is er het signaleringsgesprek.
Aan de hand van de stappen in dit werkboek, bespreken de begeleider en cliënt samen de emoties van de cliënt en welke signalen daarbij horen.
Stap 1
Praat samen over emoties en hoe de cliënt daarmee omgaat. Wat maakt hem blij, verdrietig, bang of opgewonden? Hoe merk hij dat bij zichzelf of bij anderen en wat doet hij in die situatie?
Stap 2
Praat samen over spanning en ontspanning. Wanneer is de cliënt gespannen en waaraan merk je dat? Wat doet de cliënt in die situatie. Kan de begeleider hierbij helpen?
Stap 3
Er zijn 5 fases van spanning, oplopend van ontspannen naar een escalatie. Bespreek met de cliënt de fases. Je gebruikt deze fases in in het signaleringsplan in de volgende stap
Stap 4
Hier maak je samen een signaleringplan. Daarin schrijf je op welke signalen er zijn, wat de cliënt zelf kan doen als hij gespannen is, en hoe hij geholpen wilt worden.